Drie grote Amerikaanse banken zouden roekeloos hebben gespeculeerd met grondstoffen zoals aluminium.
En weer stonden ze in het beklaagdenbankje: Goldman Sachs, Morgan Stanley en JP Morgan Chase. De drie moesten zich donderdag verantwoorden in een hoorzitting van de Amerikaanse Senaat. Volgens een overheidsrapport hebben ze grote voorraden grondstoffen, zoals aluminium en koper, aangehouden, meldt de BBC. Daardoor konden ze de prijsontwikkeling beïnvloeden.
Financieel systeem in gevaar
De schaal waarop de banken opereerden zou het financiële systeem van de VS in gevaar hebben gebracht. Bovendien zouden de banken het wettelijk toegestane maximum op het bezit van grondstoffen hebben overtreden.
“Als u leuk vond wat Wall Street met de huizenmarkt heeft gedaan, zult u wat Wall Street met de grondstoffenmarkt doet helemaal geweldig vinden”, zei de Democratische senator Carl Levin bij aanvang van de hoorzitting.
Lang in opslag houden
Goldman Sachs zou hebben gespeculeerd met aluminium. Een dochterbedrijf zou firma’s miljoenen dollars hebben betaald om hun aluminiumvoorraden langer in de opslag te houden, waardoor er langere levertijden ontstonden. Daardoor zouden prijzen kunstmatig worden opgedreven, waardoor klanten zoals de Amerikaanse marine en de makers van drankblikjes miljarden dollars meer kwijt waren.
Maar de vertegenwoordiger van Goldman Sachs ontkende dat de acties van zijn bank een effect hadden op de prijzen van aluminium. Volgens de banken hebben ze hun posities in grondstoffen inmiddels verkleind. Ook hebben ze adequater risicobeheer ingevoerd, vertelden ze.
Zwanenzang voor senator
Experts verwachten dat deze hoorzitting weinig gevolgen zal hebben. Wel verhoogt het onderzoek de druk op de Fed om meer toezicht te houden. De hoorzitting wordt deels gezien als de zwanenzang van senator Levin, die begin januari uit de Senaat vertrekt.
Vrijdag is de Federal Reserve aan de beurt, die moet aantonen dat de centrale bank voldoende toezicht hield.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl